Het commentaar van QUOVADISART

Het waarom of de reden voor de titel van deze tentoonstelling ligt in de zelfspot van de 3 “acteurs”. Ze verwijzen naar een kinderliedje over de ellende van 3 muizen die achtervolgd worden door een slager. Dit is de uitleg die de verantwoordelijken van het museum mij gaven.

En de tentoonstelling heeft inderdaad een kinderlijke kant. Men krijgt de indruk dat de drie New Yorkers zich inderdaad kostelijk hebben vermaakt, al dan niet onder invloed van bepaalde roesmiddelen.

Ik zal niet zo ver gaan als Robert Hughes, die van leer trekt tegen de «obscene farce van de auto fetisjisten van de hedendaagse New Yorkse kunstmarkt, waar miljardairs in verkoopzalen elkaar bekampen als bronstige bokken»

De drie exposanten, die nooit samen hebben tentoongesteld en dit niet van plan zijn nog te doen, zijn, net als elke hedendaagse kunstenaar, schatplichtig aan hun voorgangers: Marcel Duchamp (ready-made, maar de conceptuele kunst van Duchamp had een revolutionair karakter) en Andy Warhol (Pop Art = ontworpen voor een groot publiek, op de korte termijn, om snel te vergeten, tegen lage kost, in massa geproduceerd, fascinerend, Big Business … )

De drie toonzalen geven de indruk van een kinderdagverblijf waar een groep jonge kinderen zich kostelijk hebben geamuseerd.

De tentoonstelling is erg grappig en het is duidelijk dat de kunstenaars zichzelf niet erg au serieus nemen, neem het dus zelf ook niet al te serieus op.

Maar Dan Colen maakt ook heel interessante dingen en zijn grootste werk “Tumble Weed Sculpture” is op zich zelf de omweg waard. (tumbleweed: letterlijk «draaiend gras» is het bovengrondse gedeelte van een plant dat, eenmaal volgroeid en droog, zich losmaakt van de wortel en weg tuimelt met de wind De vertakte stengels, ongeveer bolvormig, gaan dan beginnen rollen in de wind) De sculptuur is, net als de plant, in de stad aan het rollen gegaan en heeft onderweg allerhande voorwerpen en rommel opgeraapt. En rond deze grote afval bol vliegen een groot aantal veelkleurige vogels. Fascinerend.

De mededeling van het Museum

Dan Colen, Nate Lowman & Rob Pruitt

De tentoonstelling brengt het werk samen van drie Amerikaanse kunstenaars die leven en werken in New York. Hoewel deze kunstenaars niet tot dezelfde generatie behoren, werken ze wel alle drie op een eigenwijze manier verder op het nalatenschap van dePop Art en Andy Warhol. Hun werk is zowel iconoclastisch als verweven met de kunstgeschiedenis. Internationaal wordt hun werk tentoongesteld in belangrijke galeries, biënnales en kunsthaltentoonstellingen. Het zal echter de eerste maal zijn dat hun werk te zien is in een Belgisch museum. Jaarlijks organiseert het museum Dhondt-Dhaenens één groepstentoonstelling waarin hedendaagse tendensen in de internationale kunstscène worden onderzocht.

Praktisch

Museum Dhondt-Dhaenens, Museumlaan 14, 9831 Deurle

Open dinsdag t.e.m. zondag (10u – 18u)

6 €

Maandag gesloten

Het bezoek voorbereiden

persmededeling

bezoekersgids (lage resolutie)

Dan Colen, Nate Lowman & Rob Pruitt  au musée Dhondt-Dhaenens Deurle

img-396

Dan Colen, Nate Lowman & Rob Pruitt  au musée Dhondt-Dhaenens Deurle

 

Commentaire et visite : John Liem

 

Le pourquoi, ou la raison du titre de cette exposition,  est due à l’autodérision des 3 “acteurs“.  Ils se réfèrent à une comptine anglaise qui chante les déboires de 3 souris pourchassées par un boucher. Voilà toute l’explication que les responsables du musée ont pu me donner. Et, en effet, l’exposition a un côté enfantin. On a l’impression que les trois new yorkais se sont bien amusé ou qu’ils étaient aidés de substances intoxicantes. Je n’irai pas jusqu’à reprendre les paroles de Robert Hughes qui s’en prend à la “farce obscène d’un marché de l’art new-yorkais contemporain «auto fétichiste », où des milliardaires s’affrontent dans les salles de vente comme des boucs en rut”.

 

Les trois compères, qui n’ont jamais exposé ensemble et ne compte pas non plus encore le faire, sont, comme tout artiste contemporain, tributaire de leurs ainés : Marcel Duchamp (les ready-made, mais l’art conceptuel de Duchamp avait un caractère révolutionnaire) et Andy Warhol (Pop Art = conçu pour un public de masse, à court terme, facilement oublié, à faible coût, produits en série, jeune, spirituel, sexy, astuces, fascinant, Big Business …)

 

Les trois salles d’exposition donnent l’impression d’une garderie ou une bande de jeunes enfants s’est amusé.

 

L’exposition est donc fort amusante et il est clair que les artiste ne se sont pas pris très au sérieux, ne le prenez donc pas, vous non plus, très au sérieux.

 

Mais Dan Colen fait aussi des choses fort intéressantes et sa pièce maitresse « Tumble Weed Sculpture » vaut à elle seule le détour. (Tumbleweed =  virevoltant, littéralement « l’herbe qui tourne »  est, chez certaines plantes poussant dans les déserts du nord des États-Unis, la partie hors du sol qui, une fois mûre et sèche, se sépare de la racine. L’ensemble de tiges ramifiées, de forme approximativement sphérique, peut alors se mettre à rouler au gré du vent) La sculpture, comme la plante, s’est mis à rouler en ville, et à ramasser au gré de sa route, tous les objets et détritus que l’on peut y rencontrer. Et cette grande boule de détritus est agrémentée d’une multitude d’oiseaux de différentes couleurs qui y virevoltent. Fascinant.

 

Infos Pratiques

 

Museum Dhondt-Dhaenens, Museumlaan 14, 9831 Deurle

 

Mardi-Dim (10u – 18u)ferré le lundi

 

6 €