QUO VADIS GENT

Mededeling van een verbolgen Gentenaar

 

De Gentenaar zaterdag 19 april 2014 : KUNSTWERK ST-VEERLEPLEIN NOG LANGE TIJD DEFECT. Dit bericht was bij mij de spreekwoordelijke druppel die mijn opgekropte woede deed overlopen.

Met zijn studenten uit binnen- en buitenland, met het bezoekersaantal dat niet meer moet onderdoen voor Brugge, met zijn musea en galerijen en met zijn enorm aantal fietsers die Amsterdam jaloers zouden maken, is Gent waarschijnlijk de hipste stad van België, zo niet van de Benelux.

Maar met dit laatste berichtje in de Gentenaar wordt nog maar eens het bewijs van malgovernance gegeven. . Een (onvolledige) greep uit de verschillende miskleunen:

– De stadshall (voor de Gentenaars de schaapstal) een gigantisch, lomp bouwwerk dat op de verkeerde plaats staat en het hart van Gent ontsierd

– De betonnen hangkast aan de achterkant van de Sint-Niklaaskerk, waar de “Klokke Roeland” in hangt

– De grafstenen met de namen van musea, die kunstenaar Leo Copers in het Citadelpark zette voor de stadstentoonstelling Track, moeten weg uit het park.

– Het kunstwerk dat bij de geboorte van elk Gents kind de lantaarns laat knipperen, doet dat al meer dan een jaar niet meer.

– De Gentse musea werden vorig jaar onder twee ‘autonome gemeentebedrijven’ gebracht. Door de omvorming naar AGB’s hebben deze musea echter geen recht meer op middelen in het kader van de Vlaamse Intersectorale Akkoorden (VIA).

Over de stadshall en de betonnen hangkast is al zoveel geschreven dat ik het hier niet nog eens ga doen. Ik wil er alleen aan toevoegen dat het triomfantelijk uitbazuinen van de gewonnen prijzen totaal niets zeggen. Prijzen werden uitgereikt door, meestal buitenlandse, collega’s. Dat is dus ook niet het toppunt van objectiviteit.

 

De drie “hangende” miskleunen vragen toch wat meer uitleg.

 

De grafstenen van kunstenaar Leo Copers in het Citadelpark moeten weg uit het park. Stad Gent zoekt naar een nieuwe locatie, “Anders zit er niets anders op dan het werk uit het park te halen”.

Het werk van de Gentenaar Leo Copers was een van de hoogtepunten van de stadstentoonstelling Track (2012).Het monumentale werk, met granieten grafzerken voor verschillende musea, biedt een dubbele kritiek: op de musealisering van beroemde kerkhoven, zoals de toeristische trekpleister Père Lachaise in Parijs en op de huidige popularisering van musea zelf. Volgens Copers is het museum in de afgelopen decennia geëvolueerd van een stil mausoleum naar een pretpark voor massaparticipatie en kunsttoerisme. Museakerkhof is als minimale sculptuur ook een zinnebeeld van het absolute zuivere en schone.

Maar volgens de schepen van Cultuur (what’s in a word) is het moeilijk om het werk in het Citadelpark te behouden, omdat “het niet past in het landschapsbeheer en in de plannen van de heraanleg van het park” en voegt ze er aan toe “Ook het buurtcomité wil het er liever weg”(dat is past een grondige reden!). Ze zijn, steeds volgens de schepen, aan het bekijken of het verplaatst kan worden, want “Als we geen akkoord vinden met de kunstenaar, dan zit er niets anders op dan het weg te halen“

 

Op de Site van de stad Gent kan je het volgende lezen: “Aan alle kinderen die vandaag geboren zijn in deze stad. Vanaf mei 2011 draagt het Sint-Veerleplein bij tot een nieuw collectief bewustzijn van de Gentenaar: telkens in Gent een kindje wordt geboren, gaan de lantaarns er branden”.

Alberto Garutti was met hetzelfde kunstwerk geselecteerd voor het festival ‘Over the Edges’, van 2000. In 2011beslistede stad dit kunstwerk aan te kopen en het op het Veerleplein te plaatsen omdat : “De keuze verwijst naar de geschiedenis van het plein, als locatie van terechtstellingen en dus van de dood“. Nu wordt het een locatie van de geboorte, van het nieuwe leven”. Maar sinds meer dan een jaar knipperen de lichtjes niet meer en nu laat Shepen Martine De Regge weten dat de herstelling nog een tijd op zich zal laten wachten want: “De elektriciteitskast bleek vandalismegevoelig. Die wordt hoger gehangen, net als het bakje van Belgacom dat de verbindingen maakt, maar het Veerleplein zal ook moeten worden opengelegd voor de herstellingen. Gezien de drukte op het plein wordt dat geen eenvoudige klus. Voor de Gentse Feesten is het sowieso onmogelijk, we denken dat het minstens drie maanden zal duren vooraleer we de nodige vergunningen binnen hebben. Maar de wil is er wel om het kunstwerk te herstellen”. Prachtig antwoord voor iets dat meer dan een jaar geweten is. Noteer ook even dat de stad dit kunstwerk voor 135.000 euro(+ installatiekosten) heeft gekocht.

 

Ook het laatste miskleun kan tellen als mismanagement:

De Gentse musea werden vorig jaar onder de koepel gebracht van twee ‘autonome gemeentebedrijven’(AGB). Deze omvorming moest zorgen voor een besparing op werkingskosten en personeel!

De Stad Gent is daarbij een belangrijke zaak uit het oog verloren: door de omvorming naar AGB’s hebben deze musea geen recht meer op middelen in het kader van de Vlaamse Intersectorale Akkoorden. Daardoor verliezen ze dit jaar alleen al zowat 107.000 euro aan middelen voor tewerkstellingsmaatregelen. Schepen van Cultuur Annelies Storms moest toegeven dat de musea, door de omvorming in AGB’s, niet langer aanspraak kunnen maken op VIA-middelen en dat het nog niet duidelijk is hoe dit verlies aan inkomsten zal worden gecompenseerd.

Op 4 april ll., vroeg ik via mail aan Schepen Veli Yuksel, naar de plannen van het Schepencollege in deze zaak. Elf dagen later kreeg ik dit laconiek antwoord:” Dank voor uw reactie. We houden u op de hoogte van de voortgang van dit dossier. Met vriendelijke groeten”

Bij de “neuzekens oorlog” vielen de beslissingen toch veel sneller, maar we weten inderdaad al langer dat kunst en cultuur niet echt de eerste prioriteit is voor onze politici.

Tot besluit verwijs ik u naar de Site van de stad Gent, daar kan u o. a. volgend duidelijke statement vinden: Sinds 2000 heeft de Stad Gent een langetermijnvisie op Kunst in de Publieke Ruimte uitgewerkt. Vanuit die visie worden alle projecten voorbereid en aangepakt. Enkele belangrijke aandachtspunten binnen dit beleid zijn: Plek zoekt kunst. Vroeger zocht men een plek voor een kunstwerk. Nu vertrekt men van de plek. Men maakt er een grondige inventaris van op en onderzoekt aan welke kunst ze behoefte heeft.