De werken en voorwerpen door Henry Van de Velde en zijn Art Nouveaux & Art Deco collega’s ontworpen, verzamelden kunst en functionaliteit, en die combinatie schijnt dus vandaag zeer moeilijk te zijn. Art Nouveaux en Art Deco zijn twee stijlen zoals de Lodewijk XV of Rococo een stijl was en het “woord” design werd het eerst gebruikt in de Art Deco periode en had niets gemeen met wat we vandaag onder design verstaan.

 

(Le sujet traité est uniquement lié à la Flandre et n’aura donc pas de version française.)

Design is de nieuwe naam voor decoratieve kunsten of kunstambachten.

Vandaag heeft het nog weinig te maken met kunst;

Vandaag is het zuiver business geworden;

Vandaag heeft design twee verschillende gezichten:

Het eerste heeft als doel oplossingen te vinden voor de problemen, innoverende ideeën voorstellen of nieuwe mogelijkheden aanbieden, ten einde de levenskwaliteit en eventueel de esthetica te verbeteren.

Het tweede is van een gebruiksvoorwerp een kunstvoorwerp maken dat in vele gevallen zelfs niet meer echt bruikbaar is of hoeft te zijn.

De drie Van de Velde Awards hebben alles te maken met business en de enige, Gert Dooreman, die er nog in slaagt kunst en functionaliteit te combineren, ligt met zijn werk aan de uiterste grens van design want als affiche- en coverontwerper is hij meer een grafische kunstenaar dan een designer.

De Award is dan ook een bekroning voor de carrière van G. Dooreman, als verdienste voor zijn jarenlange creativiteit bij het scheppen van affiches en covers. Persoonlijk vind ik hem niet echt vergelijkbaar met de illustrator Carl Cneut, nu nog te zien is in de Sint Pieters Abdij in Gent: de creativiteit van Dooreman staat volledig ten diensten van de zakenwereld, Carl Cneut daarentegen, kan zijn creativiteit echter de vrije loop geven en zijn artistieke kwaliteiten komen meer aan bod.

Met de awards voor de tweede winnaar, ga ik al veel minder akkoord.

Een Henry van de Velde award voor het beste bedrijf vind ik al niet kunnen. Zo’n Award verdienen omdat je “design” verkoopt, of laat maken in lage loon landen, is er volgens mij toch een beetje over. Vooral dat bij de “verkochte” producten nogal wat zitten die de middelmaat niet overstijgen. Serviezen van Pieter Stockman en zeker van Pascale Naessens, zijn nu niet iets waar ik met ongeduld zit op te wachten.

Maar ja, de designsector staat stil, er zijn genoeg meubelen en serviezen op de markt. Dat alles draait om schone schijn is misschien onvermijdelijk, maar het is bestendige remix van greatest hits.

Met de derde Award, voor jong talent, heb ik minder problemen. De 3D printers kunnen inderdaad nogal innovatieve producten uit hun laserstralen laten lopen. De keramiek voorwerpen die hier te zien zijn, zijn slechts experimenten, maar tonen dat er inderdaad veel mogelijkheden zijn. Maar ik denk dat, zeker voor wat de keramiek betreft, we dan bij de kunstvoorwerpen komen die nog weinig te maken hebben met gebruiksvoorwerpen.

Het hele programma rond de awards is dus een creatie van onze overheid en kan rekenen op de milde steun (subsidies !) van verschillende officiële instanties en agentschappen. De tentoonstelling wordt dan ook begeleid met een gratis kleurencatalogus, van meer dan zestig bladzijden! En dan te bedenken dat de overgrote meerderheid van onze musea zich slechts armtierige of zelfs geen catalogussen kunnen veroorloven.

Het is al langer geweten dat de Vlaamse overheid meer interesse heeft voor economie dan voor kunst en cultuur.

De officiële mededeling

Elk jaar reikt Design Vlaanderen de Henry van de Velde Awards & Labels uit, onderscheidingen die design van eigen bodem tot bij het grote publiek brengen. De Henry van de Velde Labels voor recente designproducten en -diensten zijn als een keurmerk dat een bedrijf met trots kan gebruiken in zijn communicatie. De Henry van de Velde Awards zijn geldprijzen voor ontwerpers en bedrijven: een prijs die een loopbaan bekroont, één die jong talent wil stimuleren, één die een bedrijf lauwert, één voor een publiekslieveling en twee voor goed ecodesign. Ontdek het werk van de laureaten in de tentoonstelling en stem mee voor de publieksprijs.

 

practisch

Ravensteinstraat

gratis