debruyne-banner

“Misschien zou ik het in een verre (of nabije) toekomst nog eens moeten hebben over die minder- of niet gekende kunstenaars”, dit is wat ik schreef in mijn laatste Edito. En deze toekomst is nu al gekomen: Dees De Bruyne is één van die onbekende of miskende kunstenaars. Daar hij vrijwel onbekend is, is een beetje 

“Misschien zou ik het in een verre (of nabije) toekomst nog eens moeten hebben over die minder- of niet gekende kunstenaars”, dit is wat ik schreef in mijn laatste Edito. En deze toekomst is nu al gekomen: Dees De Bruyne is één van die onbekende of miskende kunstenaars.

Daar hij vrijwel onbekend is, is een beetje geschiedenis zeker niet overbodig.

 

Geboren in een proletarisch milieu van Gent in 1940, wordt zijn persoonlijkheid gevormd door de sociale chaos van zijn kinderjaren tijdens de oorlog.

Zijn artistieke carrière begint al even chaotische, want hij is een figuratieve kunstschilder en tekenaar in een periode die gedomineerd wordt door de conceptuele kunst waarbij men beweerd dat de schilderkunst dood is

Met branie en lef, eerder provocateur dan rebel, brengt hij de provo gedachtengoed (in 1965 ontstaan in Amsterdam) naar Gent met het organiseren van een pornografische tentoonstelling die begint met een happening.

Dit geeft hem wel een zeker publiekserkenning maar brengt hem in de ban van de gevestigde kunstwereld; critici, curatoren en verzamelaars zijn hem weinig genegen.

Net als Leo Ferré is hij een tedere anarchist, pornograaf uit provocatie en die maatschappij kritiek levert op een plastische wijze.

Hij heeft een drang naar een absolute vrijheid en wil niet opgesloten worden in één of andere kunststijl. Er is echter wel duidelijk een verwantschap met de expressionisten zoals bv. Permeke, Ensor en Bacon, maar dan wel agressiever in zijn realisme.

Zijn stijl blijft onveranderd over de jaren maar zijn onderwerpen variëren volgens zijn veelvuldige reizen en verhuizingen: Parijs, Zuid Frankrijk, USA (waar hij Ch. Bukowski en L. Reed leert kennen) Italië, Marokko, Amsterdam.

De tentoonstelling is beperkt tot een dertigtal werken uit verschillende periodes en zij geven u een overzicht van de creativiteit van deze getalenteerde kunstenaar die op 58 jarige ouderdom, veel te jong moest sterven.

Laat ons hopen dat deze degelijke overzichtstentoonstelling hem eindelijk de erkenning verleend die hij verdient

In het Guislain Museum loopt er ook nog een tweede tentoonstelling “Karakterkoppen. Over haviksneuzen en hamsterwangen”. Deze tentoonstelling gaat dieper in op de relatie tussen uiterlijk en innerlijk. Door het (pseudo)wetenschappelijke aspect van deze tentoonstelling heeft het weinig uitstaan met deze hoofdzakelijk artistieke blog.

004

De mededeling van Guislain

In 1991 woonde de kunstenaar Dees De Bruyne als bewoner, niet als patiënt, gedurende enkele weken op de zolder van het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain. Hij had intens contact met de patiënten. Dit vormde de basis van een reeks schilderijen, die een merkwaardige stap vormen in een œuvre gekenmerkt door passie, erotiek, agressie en een ontwricht wereldbeeld. Dees De Bruyne werd bij leven bejubeld door de ene en verguisd door de andere. De reeks Waanzin? vormde voor het Museum Dr. Guislain de aanleiding voor een tentoonstelling met het werk van deze Gentse kunstenaar.

 

Dans un avenir proche ou lointain, il faudrait peut-être penser à s’occuper de ces artistes peu ou pas connus ; c’est ce que j’écrivais dans mon Edito de la semaine dernière.

Et cet avenir est devenu le présent : Dees De Bruyne est un de ces artistes inconnus ou méconnus.

Parce qu’il est méconnu, un peu d’histoire s’impose.

Né dans un milieu prolétaire de Gand en 1940, sa personnalité est formée par le chaos social de son enfance durant la guerre.

Sa carrière artistique débute de façon tout aussi chaotique, car il est peintre et dessinateur figuratif, dans une période qui est dominée par l’art conceptuel et où l’on affirme que la peinture est morte.

Hâbleur et effronté, bien plus provocateur que rebelle, il importe les idées du mouvement provo (crée en 1965 à Amsterdam) à Gand et y organise une exposition pornographique qui débute par un happening.

Tout ceci lui procure un certain succès populaire, mais le met au ban de l’establishment artistique ; critiques, curateurs et collectionneurs le boudent

Tout comme Léo Ferré, c’est un tendre anarchiste, pornographe par provocation et qui fait de la critique sociale de manière plastique. Il a une soif de liberté absolue et ne veut appartenir à aucune des tendances artistiques. Il est cependant assimilable aux expressionnistes tels que Permeke, Ensor et Bacon mais plus agressif dans son réalisme. Son style reste le même au fil des années, mais ses sujets varient selon ses nombreux voyages et déménagements : Paris, Sud de la France, USA (ou il rencontre Ch. Bukowski et L. Reed), Italie, Maroc, Amsterdam.

L’exposition n’est pas grande : une trentaine d’œuvres de périodes différentes, qui vous donnent un aperçu de la créativité de cet artiste talentueux, mort beaucoup trop tôt, à 58 ans. On peut espérer que cette bonne rétrospective lui donne enfin la reconnaissance qu’il mérite.

2014129124842342-wenzel-hollar-1607-1677-naar-leonardo-da-vinci-1452-1519-karikaturale-koppen-van-een-man-en-een-vrouw-ets-1645.-teylers-museum-haarlem.jpg-square Le Musée Guislain présente, en parallèle, une deuxième exposition : « Têtes Caricaturales. Nez crochus et autres bajoues » L’exposition illustre l’histoire de la relation entre le physique et l’âme. L’aspect (pseudo) scientifique de cette exposition ne me semble pas avoir sa place dans un blog qui se limite à l’art.

Infos pratiques
Jozef Guislainstraat 43
9000 Gent, België

t +32 (0)9 216 35 95
f +32 (0)0 216 35 35
info@museumdrguislain.be

ma-ve: 9 – 17 h
sa – di: 13 – 17 h
Fermé: lundi/ 24,25 & 31/12 & 1/1

8 €