Een prachtige tekst van Chantal Pattyn over kunst die iedereen moet gelezen hebben: helder, echt, ontroerend, diep…..

(Le texte n’existe qu’en Néerlandais)

 

WAAROM  JE  VOOR  KUNST  MAG/MOET  KIEZEN.

Omdat verbeelding een mensenrecht is.

 

Jeanne Moureau in ‘Ascenseur pour l’échafaud’ uit 1957. Hoe zou het leven zijn zonder de muziek die Miles Davis schreef voor deze film?

Jeanne Moureau in ‘Ascenseur pour l’échafaud’ uit 1957. Hoe zou het leven zijn zonder de muziek die Miles Davis schreef voor deze film?

 

 

Onlangs vroeg de Nederlandse dichter en schrijver Serge van Duijnhoven me of ik niet aan het syndroom van Stendhal lijd. Waarmee hij bedoelt: de fysieke collateral damage die optreedt als je je te veel en te vaak door de schoonheid van de kunst laat aangrijpen – prachtig verbeeld in een scène uit La Grande Bellezza van Paolo Sorrentino, wanneer een Japanse toerist letterlijk dood valt na het aanschouwen van de grootsheid van Rome.

‘In hoeverre hebben al die volumes aan voorstellingen, tentoonstellingen, films, concerten en andere sublieme illusies uw montere geest verrijkt, geraakt en veranderd’, vroeg Van Duijnhoven. ‘Wat heeft al die materie nu met uzelf uitgehaald, gezien u niet zomaar een spiegel of een put bent, maar een vrouw van vlees en bloed die zich blijkbaar met niet veel meer schijnt te voeden dan met kunst’.

Kortom: Serge van Duijnhoven maakt zich grote zorgen, gezien mijn overconsumptie van kunst. Waarom leeft iemand zo?

Zo’n vraag verdient een repliek.

Omdat zo’n levenbetekent dat je de complexiteit van de dingen aanvaardt, zonder garantie op antwoorden.

Omdat kunst die gelaagdheid van nog wat extra onvoorziene lagen voorziet.

Omdat kunst je blik opent en je contreien laat zien waar je nooit was.

Omdat kunst zelfs op de meest eeltige plekken van je ziel trapt.

Omdat kunst je naar adem laat happen waar je dacht dat er geen zuurstof meer was.

Omdat kunst je anders naar de geschiedenis laat kijken.

Omdat kunst verbanden legt die je zelf nooit had vermoed.

Omdat kunst telkens opnieuw kritisch naar zichzelf kijkt.

Omdat kunst je de ene keer wel en de andere keer niet met je hulpeloosheid kan verzoenen.

Omdat kunst je op het meest basale niveau met schoonheid en lelijkheid kan confronteren, van de Sixtijnse Kapel tot de installaties van Paul McCarthy.

Omdat je, zelfs al sprak hij nog geen woord en stak hij voorlopig alleen een sigaar op, al door het dolle heen bent alleen al door de aanwezigheid van Damiaan De Schrijver op een podium.

Omdat Woody Allen je aan het lachen brengt, op een dag dat je auto alweer eens werd weggetakeld en een vriend je belt met de boodschap dat hij depressief is omdat niemand zijn werk begrijpt.

Omdat kunst je, een ketter geworden omdat God op je twaalfde je oma heeft laten sterven, zelfs al had je nog zoveel gebeden en tekeningen gemaakt, in een kapel in Saint-Paul de Vence tot een knieval beweegt voor die paar blauwe lijnen waarmee Henri Matisse een madonna vorm gaf.

Omdat je lijf zwaar als lood wordt als je de late muziek van Franz Liszt beluistert.

Omdat je troost put iedere keer als je Quatuor pour la fin du temps van Olivier Messiaen hoort en nooit zal begrijpen hoe het trauma van Auschwitz iemand tot zoveel intense schoonheid kon brengen.

Omdat je ontroerd wordt door een klodder groene verf die een schilderij van Cy Twombly doet kantelen.

Omdat je stil wordt telkens als je in Arezzo voor de fresco’s van Piero della Francesca staat.

Omdat je de Marokkaanse jongen naast je had willen omhelzen nadat je samen met hem, die je niet kende, 100% Brussels van Rimini Protokoll hebt gezien op het KunstenFestivaldesArts en samen trots was in dezelfde stad te wonen.

Omdat je de burgeroorlog in Libanon iets beter begreep nadat je de films van Akram Zaatari twee keer hebt gezien.

Omdat onze koloniale geschiedschrijving niet meer compleet is, zonder de schilderijenreeks Mwana Kitoko van Luc Tuymans, de film Spectres van Sven Augustijnen en het boek Congo van David van Reybrouck.

Omdat je tot tranen toe bewogen bentdoor het verdriet van de Ierse schapenboer in de eerste langspeelfilm van Els Dietvorst.

Omdat je nog altijd in een vijfde versnelling geraakt als je de opname van La Traviata in de Scala van Milaan met Maria Callas door de boxen jaagt.

Omdat je niet meer naar Die Schöne Müllerin van Schubert kan luisteren zonder aan de regie van Christoph Marthaler te denken.

Omdat je je niet kan voorstellen hoe het leven zou zijn zonder de muziek die Miles Davis schreef voor Ascenseur pour l’échafaud van Louis Malle.

Omdat je een ander leven zou hebben als je Madame Bovary niet had gelezen.

 

Zekerheden op de helling

Maar kunst moet tegelijkertijd ook niets. Kunst mag gewoon over zichzelf gaan, zonder zich een moer van de toeschouwer aan te trekken.

De Britse popartkunstenaar Richard Hamilton richtte zijn eigen monument voor Marcel Duchamp op – wie niet vertrouwd is met diens werk The large glass of Le grand verre heeft pech, maar het staat iedereen vrij zich in te lezen in die geschiedenis zonder een boze brief te sturen aan Chris Dercon, de baas van Tate Modern.

Nicolas Provost maakt een film in een straat dichtbij Times Square in New York omdat het licht er zo prachtig is. Cézanne deed niet veel anders toen hij de Mont Sainte-Victoire bij Aix-en-Provence keer na keer op doek zette.

Kunst heeft het rechtom alles te zijn wat het wil. Dat is nu eenmaal waar verbeelding om gaat. Daar zijn geen grenzen, geen regels. En om die reden is verbeelding een mensenrecht, net als eten, drinken, een dak boven je hoofd, een school die je voorbereidt op de wereld zoals hij is en de garantie dat niemand je de kop inslaat.

Ik kies voor kunst omdat ze mij verzoent met de onmogelijkheid van de menselijke conditie. Omdat het alle zekerheden op de helling zet en net die wetenschap me troost, want van zekerheden word ik onzeker. Dus heb ik kunst nodig, omdat kunst mijn hersenen aan het werk zet, of net helemaal verlamt. En omdat ik graag in een constante extase verkeer – als een Teresa van Avila, verbeeld door Gian Lorenzo Bernini in Rome, maar dan zonder goddelijke pijl – en na die extase terug in de realiteit beland in de wetenschap dat er niets ter wereld is dat me de werkelijkheid beter doet begrijpen dan kunst.

Liefhebbers, verslaafden, kunstenaars, politici en beleidsmakers, ik hoop uit het diepst van mijn hart dat u de kunst zal blijven ondersteunen, want zonder die kunst is onze identiteit gedoemd om eendimensionaal te blijven. Laten we dat vooral vermijden, en de verbeelding haar werk laten doen.

En voor het overige gaat alles goed. Dus maak je geen zorgen, lieve Serge.

 

Dit is een bewerking van de tekst die Chantal Pattyn uitsprak voor aanvang van het slotdebat van de campagne ‘Ik kies voor kunst’, in de Bourlaschouwburg. Het verscheen in De Standaard van dinsdag 20 mei.